Synchronisator valstroom carburateurs
Als er zijdelings gemonteerde carburateurs op de motor aanwezig zijn, dan moeten deze worden gesynchroniseerd. Dit houdt in dat de afstelling van de carburateurs zowel links als rechts precies gelijk moet zijn, hiervoor heb je een synchronisator nodig.
Tijdens het draaien wordt deze op de carburateur geplaatst en wordt het vacuüm dat ontstaat gemeten. Het vacuüm moet zowel links als rechts gelijk zijn. Als dit niet het geval is, moet je de carburateurs zo afstellen dat beide carburateurs op dezelfde waarde uitkomen.
Er zijn twee synchronisators beschikbaar :
Een universeel model dat geschikt is voor zowel valstroom- als dwarsstroom carburateurs (onze motoren gebruiken alleen valstroom carburateurs) en alleen te gebruiken bij carburateurs voorzien van een vlakke bovenzijde.
Naast dit universeel model is er ook een professionele uitvoering leverbaar, deze is uitsluitend te gebruiken voor valstroom carburateurs en wordt in plaats van op de carburateur in de carburateur geplaatst. Je drukt hem luchtdicht vast in de carburateur, wat het afstellen een stuk eenvoudiger en sneller maakt dan bij het universele model.
Als je carburateur is voorzien van ver uitstekende delen, dan kan het universele model zonder een luchtdichte adapter niet worden geplaatst. De professionele synchronisator heeft hiervoor een beperkte mogelijkheid, het rubber passtuk dat in de carburateur wordt gestoken is 3 cm diep, maar dit is mede afhankelijk van de diepte die nodig is om goed te kunnen afsluiten. De kans dat je ook hierbij met een adapter moet werken is aanwezig. Geen nood, voor de meeste carburateurs die niet anders kunnen worden afgesteld is er voor de professionele synchronisator een adapter beschikbaar (zie tabblad 'Opties').
Tip: Het werkt sneller, overzichtelijker en beter als je met twee synchronisators werkt, maar dit is geen vereiste.
Opmerking voor de universeel synchronisator:
In de synchronisator zit een klep die je verder open of dicht kan draaien, hierdoor vergroot of verklein je de luchtstroom en dus de gevoeligheid van de synchronisator. Geeft de synchronisator niks aan op lage toerentallen, dan moet de klep verder dicht gezet worden net zover totdat het rode vlottertje omhoog komt in het buisje. Andersom geldt dat wanneer het rode vlottertje continu aan de bovenkant zit van het buisje, de klep verder open gezet moet worden om een juiste meting te kunnen doen.